Moet u als de weersomstandigheden veranderen kiezen voor winter- of vierseizoensbanden?
Beantwoord deze korte vragen voor een keuzeadvies op maat.
1.
Hoeveel kilometers rijdt u per jaar?
Minder dan 16.000 km
(100 punten)
Tussen 16.000 en 32.000 km
(50 punten)
Meer dan 32.000 km
(10 punten)
2.
Hoeveel vermogen levert uw auto?
Minder dan 100 pk/74 kW
(100 punten)
Tussen 100 en 200 pk/74 tot 148 kW
(50 punten)
Meer dan 200 pk/148 kW
(10 punten)
*pk is paardenkracht en is de meting die wordt gebruikt om aan te geven hoeveel vermogen uw voertuig genereert. Door even te zoeken op Google zou u het vermogen van uw auto snel moeten kunnen vinden.
3.
In welke voertuigcategorie valt uw auto?
Sub-compact (bijvoorbeeld Audi A1)
(100 punten)
Compact (bijvoorbeeld Audi A3)
(90 punten)
Middenklasse (bijvoorbeeld Audi A4)
(50 punten)
Hogere middenklasse (bijvoorbeeld Audi A6)
(30 punten)
Topklasse (bijvoorbeeld Audi A8)
(10 punten)
Sportauto (bijvoorbeeld Audi R8)
(-60 punten)
Kleine SUV (bijvoorbeeld Audi Q3)
(100 punten)
Middelgrote SUV (bijvoorbeeld Audi Q5)
(50 punten)
Grote SUV (bijvoorbeeld Audi Q7)
(10 punten)
4.
In welke weersomstandigheden rijdt u het meest?
Ik rij alleen in de zomer
(50 punten)
Ik rij in alle seizoenen
(25 punten)
Ik rij alleen in de winter
(5 punten)
5.
Hoe zou u de omgeving beschrijven waarin u het meest rijdt ?
Landelijk – buiten de stadsgrenzen
(40 punten)
(25 punten)
Stedelijk – binnen de stadsgrenzen
Mix van zowel landelijk als stedelijk
(15 punten)
6.
Reist u wel eens met de auto naar wintervakantiebestemmingen?
Ja
(0 punten)
Nee
(110 punten)
UW SCORE
We adviseren u zomerbanden
Zomerbanden hebben meer grip op nat en droog wegdek bij mildere temperaturen en hebben daardoor een betere wegligging en betere remprestaties.
We adviseren u vierseizoensbanden
Door hun uitgebalanceerde winter- en zomereigenschappen kunnen vierseizoensbanden het hele jaar door worden gebruikt.
We adviseren u winterbanden
Winterbanden zijn speciaal ontwikkeld voor extreme winterse omstandigheden. Ze bieden veiligheid bij erg lage temperaturen, in natte omstandigheden, op sneeuw en op ijs.
